‘Hoe bevalt het om weer in Nederland te wonen?’ vroeg een kennis me op facebook. Nu wonen we al een poosje weer in ons vaderland, zo’n jaar of twee, maar echt in een eigen huis was dat niet. Op het moment is dat wel het geval, al kunnen we beter spreken van een eigen watertoren en dat is weer een geheel nieuwe ervaring kan ik u vertellen. Maar daarover later meer.
Nederland. Als je een tijdje weg bent geweest, kijk je er toch met andere ogen naar dan voorheen. De supermarkten blijven een dingetje. De ongelooflijke overvloed die er is, over het algemeen word ik daar heel blij van. Maar bij tijd en wijle krijg ik ook enorme keuzestress als het gaat om bijvoorbeeld een simpele pot jam. De Albert Hein bood me laatst ook nog een tweede aan voor de halve prijs, combineren was mogelijk. Ik wist al niet welke ik moest kiezen en nu moest ik er nog één meenemen. Na vijf lange minuten besloot ik om voor de biologische aardbeienjam te gaan en die andere maar te laten schieten. Ik ben namelijk helemaal niet zo dol op jam.
Verder die snelheid bij de kassa, man ze hebben hier er goed de vaart in hoor. Hopperdehop. Gaat het te langzaam, komt er een kassa bij. Voordat je met je ogen hebt geknipperd, is alles al langsgekomen en kan je betalen. En je boodschappen liggen daar de dan voor het apegapen omdat er niemand is die met een slakkengang je spullen in 100 kleine plastic zakjes doet. Dat zou ook een dure aangelegenheid worden, omdat je tegenwoordig, geheel terecht, moet betalen voor je plastic zakjes.
Als ik ergens lyrisch van wordt dan zijn het fietspaden in Nederland, het is er ook zo rijk mee bedeeld. En is er geen fietspad, dan houden automobilisten toch rekening met je. Want in Nederland fietsen autobestuurders zelf ook nog wel eens, in het weekend bijvoorbeeld of ze kennen het nog van vroeger ofzo. Het leuke is dat fietsers op hun beurt dan weer nergens respect voor hebben. Bij een zebrapad hoop ik toch zeker dat de auto’s voor me zullen stoppen, maar als voetganger laat je een fietser voorbij sjezen, een fietser stopt niet voor een voetganger, want fietsers zijn de baas. En dat is mooi.
Laatst fietste ik naar mijn zus in Tiel. Toen voelde ik me ook een baas en de koning te rijk. Het Nederlandse landschap lag er allemachtig prachtig bij. Zomaar om de hoek! Schitterende wolkenvelden, gewone velden en kleine boerengehuchtjes met nette aangeharkte tuintjes. Alles zo mooi bijgehouden. Te ordelijk soms, de controlezucht komt je tegemoet, maar ach, stiekem hou ik ervan. Als het echt volop lente is moet het helemaal paradijselijk zijn. De wisseling van de seizoenen in ons schone kikkerlandje is ook een wonderlijk fenomeen. Ja hier vallen de blaadjes echt wel van de bomen, tot het allerlaatste blaadje gevallen is en kan het zo depressievig regenachtig grijs grauwig zijn. Zo onoverkomelijk kloteweer. Kon ik in Zuid-Amerika net zo goed neerslachtig zijn, heb je onder een Hollandse hemel soms het gevoel dat het nooit meer beter wordt. Dat het gewoon niet goed komt, in tegenstelling tot wat iedereen zegt. Maar beter wordt het natuurlijk wel. Want er komt een lente aan. En die is van de frissigste frissigheid en het groenste groen. En elk zonnestraaltje wordt geabsorbeerd. En het blijft langer licht! Weet je hoe tof dat is? Waanzinnig tof. Ik kan haast niet wachten, zeker niet nu, in onze nieuwe stulp.
Dat ik jarenlang gedacht heb dat alléén alles in de nieuwe wereld ellenlang op zich liet wachten en dat in Nederland de boel tenminste goed geregeld is, daar kom ik van terug. Internet aangevraagd en na drie weken(!) op 7 maart zou het worden aangesloten. Nu van de KPN gehoord dat het waarschijnlijk 30 maart wordt. Euh pardon? In het kleinste gat in Brazilië was het nog sneller geregeld dan hier. Maar we kregen een noodpakket, hoera. Eentje waarvan de dongel niet werkte op onze computer en de bijgeleverde kabel voor de digitenne niet paste op onze tv.
En dan denk ik aan de spreuk die in ‘s-Hertogenbosch bij het station hangt: ‘Al reizend ervaart men het leven vreemder, overal anders en overal eender’.