Het is hip tegenwoordig, jezelf overtuigen dat dingen vaak eigenlijk anders zijn dan je denkt. Nou, misschien is het helemaal niet zo hot en happening, maar denk ik dat alleen maar, omdat ik er zelf continu naar op zoek ben. Omdenken. Het zijn niet de omstandigheden die je een vervelend gevoel geven, maar jouw gedachten erover. Ja ja, ga er maar eens aan staan. Op kleine schaal lukt het soms wel.
Lange tijd hebben we geen vaste woon -of verblijfplek gehad, niet dat we zwervers waren, maar op z´n minst luxe nomaden. Met als gevolg dat we met alle gemak logeerden bij vrienden of familie. Bij mijn jongste broer konden we vaak terecht en mochten we in zijn bed slapen terwijl hij op de bank sliep, superlief. Op een dag kwam ik alleen en broer had een vriendinnetje. Nu moest ik op de bank. Het flitste even door mijn hoofd: ‘Waaaat, ik ben een ex-expatvrouw, ik slaap niet meer op luchtbedden of banken!’ Ik geef toe, mijn gedachten zijn soms decadenter dan ik zelf wil weten. Een paar dagen daarvoor had ik nog in een vliegtuig gezeten en iedereen weet dat sardientjes het nog beter hebben dan wie dan ook in economy class. Sardientjes liggen veelal in tomatensaus en dat is lang niet slecht. Ineens bedacht ik me: ‘Als ik toen, in dat vliegtuig, deze bank tot mijn beschikking had gehad, was ik intens gelukkig geweest.’ Voila, omdenken, heerlijk geslapen die nacht. Sterker nog, als ik nu bij mijn broer ben, wil ik alleen nog maar op die bank slapen, ook als ik een ander bed krijg aangeboden. Het is echt een topbank!
Temperatuur is ook een vreemd iets, vooral de aanvoeltemperatuur. In de Europese zomer van 2006 kwamen we aan in Buenos Aires. Dat het daar winter was, was vooral te zien aan hoe de mensen zich kleedden. Dikke jassen aan, lange sjalen, wollen mutsen op, dat werk. Al dolend over de Avenida 9 de Julio deed ik toch even mijn vestje uit en liep verder in mijn T-shirt, het was verdorie 18 graden, doe eens normaal. Een jaar later had ik samen met een nieuw verworven vriendin afgesproken met Vlaamse kennissen van kennissen, maar geen idee hoe we ze moesten herkennen. Het bleek niet moeilijk, ze zaten met spaghettibandjeshempjes in de winterzon en wij kwamen aankakken in onze winterjassen met bijbehorende sjaals. Qua aanvoeltemperatuur waren we inmiddels volledig geïntegreerd.
In Brazilië (mijn welgemeende excuses als het lijkt alsof ik alleen maar aan het pochen ben over ons leven in den vreemde, het is ons verleden, ik kan het ook niet helpen), in Brazilië dus, hadden we op onze eerste bestemming geen verwarming. Logisch, we zaten in de tropen. Toen het echter 16 graden buiten was in de winter en dus ook 16 graden binnen, begonnen we het toch te missen. Gek genoeg waren er in de winkels geen truien te vinden en zaten we ’s avonds dicht tegen elkaar aan met fleece dekentjes over ons heen, televisie te kijken.
Wat heeft dit in vredesnaam allemaal met de toren te maken? Nu, ik was even weg, in Panama wel te verstaan. Het regende er veel, maar het was er wel warm. Op een mooie zonnige dinsdag met fijne crispy vriesachtige kou keerde ik terug. De toren, daar stond ie mooi te wezen, bomen kaal, helemaal te zien. Ik had mij enorme zorgen gemaakt in Panama, was alles nog oké, zouden er leidingen gesprongen zijn en zou ik terugkomen in een ijspaleis met ijspegels aan de vloeren? Binnen bleek er niets aan het handje te zijn. Het was er koud, maar na wat uren de verwarming aan en de houtkachel, kwam het op een mooie temperatuur. Ik werd vervuld met een enorme blijdschap, ik was thuis! In 10 jaar ben ik niet meer thuis geweest in Nederland, écht thuis. Altijd kwamen we op verlof terug in het huis van een ander en nu in onze mooie toren. En ja het is er koud in de winter, ja het kost tijd om er het er gemoedelijk warm te krijgen. Maar doe warme kleren aan, bedek jezelf met Braziliaanse fleece dekentjes en je went er zo aan. Ik hoef verder met niemand rekening te houden, want hier gelden mijn regels. Ik doe wat ik doe en vraag niet waarom. Verder beeld ik mij in dat ik niet net in Midden-Amerika zat, maar op vakantie was naar Siberië. Dan valt het allemaal reuze mee met de frissigheid. Kijk, dat is nou omdenken.